Chaos en stress: een ADHD’er aan het woord

Chaos en stress: een ADHD’er aan het woord

Even voorstellen: Denise zit in de Wajong en volgt bij ons een Werkfit-traject van een jaar. Ze gaat de komende tijd een aantal blogartikels voor ons schrijven over haar ervaringen tijdens dit traject. Want we kunnen je nog zoveel vertellen over de trajecten van het UWV, uiteindelijk weet alleen iemand die erin zit hoe het écht is. Denise heeft ADHD. Maar veel belangrijker: ze heeft aspiraties om te schrijven. Het schrijven van een blog leek haar coach dan ook de perfecte manier om haar traject te starten. Het is de bedoeling dat ze drie blogartikels gaat schrijven: eentje aan het begin van haar traject, eentje halverwege en de laatste aan het einde. In haar eerste blogartikel lees je wat Denise met haar traject hoopt te bereiken.

In de woorden van Denise

‘Hoe krijg je het toch weer voor elkaar?’ Dat is wat ik mezelf nu afvraag. Maar liefst drie weken heb ik de tijd gehad om een blog te schrijven voor Ema, mijn jobcoach. Daar zit dan ook nog een verlenging bij. Ik laat het afweten tot het laatste moment; de avond voor onze afspraak. Typisch, en nu ben ik gestrest.

Echt waar: dagelijks nam ik me voor om te beginnen en elke dag schoof ik het voor me uit. De ene keer door de chaos in mijn hoofd, iets wat mij wel vaker gebeurt als ADHD’er. De andere keer durfde ik het gewoon niet, bang voor de kronkels die misschien op papier zouden verschijnen – faalangst is mij namelijk ook niet vreemd.

Hoe het níet moet

Ik denk dat dit een obstakel is op een aantal gebieden in mijn leven: hyper alle kanten op schieten en het overzicht verliezen, mijzelf waardeloos voelen met de neiging om in een holletje weg te kruipen. In vriendschappen en relaties gebeurt het minder vaak, maar dan kom je er ook makkelijker mee weg. Op de werkvloer is daar geen ruimte voor. Zo wist ik als apothekersassistente niet wat 1% van 30 is toen de apotheker mij dit vroeg tegenover zeven klanten. Zo opeens, tussen alle werkzaamheden door. Niet per se handig van hem, want ik klapte dicht – en dat terwijl ik het antwoord in groep drie al geleerd heb. Een paar minuten later kwam ik er ook op, nadat ik me met een knalrood hoofd teruggetrokken had op de wc.

De stagebegeleidster van de apotheek heeft me eens gevraagd of ik een verstandelijke beperking heb, of misschien een hersenbeschadiging heb opgelopen. Voor beide hoef je je natuurlijk niet te schamen, mits het daadwerkelijk op jou van toepassing is. Maar is dat niet het geval, dan kun je wel door de grond zakken en durf dan nog maar eens je collega’s onder ogen te komen. Zeker als dit soort maffe dingetjes met regelmaat lijken te gebeuren.

Dit zijn voornamelijk de twee punten waar ik graag aan wil werken door samen met Ema dit Werkfit-traject in te stappen: de chaos beperken en de onzekerheid bedwingen. Volgens mij heb ik aan haar een goede coach. Tijdens het intakegesprek voelde ik me niet alleen gehoord, maar ook daadwerkelijk begrepen. Daarnaast is er ruimte voor een grapje, maar kan ze even later net zo makkelijk direct zijn en me een spreekwoordelijke schop onder mijn kont geven. Die combinatie is geweldig en kom je niet snel tegen.

Hoe fijn zou het zijn om meer werkervaring op te doen in een omgeving waar de mensen om je heen op de hoogte zijn van wat er in jouw hoofd gebeurt. Niet eens alleen dat, maar dat je ook de ruimte hebt om hier op in te spelen en handvatten kan krijgen. Misschien dat ik met de tijd beter kan omgaan met prikkels, wat steviger in mijn schoenen ga staan en beter het overzicht leer te behouden.

Wie weet zal ik mezelf straks niet meer zo vaak voor schut zetten en mijn collega’s wat minder op de zenuwen gaan werken. Wie weet. Het is een mooi vooruitzicht en hoewel ik dit stukje tekst zo vlak van tevoren in elkaar heb geflanst, ben ik werkelijk waar gemotiveerd om hiernaar toe te gaan werken.